Jan belt ons. Het loopt al maanden niet lekker in zijn MT. De communicatie loopt stroef, de leden begrijpen elkaar verkeerd en spreken continu langs elkaar heen. De irritaties en frustraties lopen steeds hoger op en eigenlijk is er van een echte samenwerking geen sprake meer.
Hij vraagt ons te onderzoeken hoe en op welke wijze de samenwerking binnen het MT weer vlot getrokken kan worden. In het intakegesprek vertelt hij dat ze in deze samenstelling al meer dan 1 jaar samenwerken en dat het als een mooi complementair team is begonnen. Het zijn ervaren managers die allen met veel energie en werkplezier met elkaar aan de slag wilden gaan.
We onderzoeken eerst bij ieder MT-lid waar hij/zij staat en wat er goed en minder goed gaat. We vragen ook hoe hij/zij de onderlinge samenwerking en de bedrijfsvoering ervaart. Tenslotte willen we ook nog weten welke invloeden uit de omgeving hun werk bemoeilijken. We merken dat deze gesprekken verlichting geven omdat ze even hun hart kunnen luchten.
Het onderzoek maakt duidelijk dat de werkdruk extreem hoog is. Dit komt doordat er vanuit de omgeving steeds hogere eisen aan het MT worden gesteld zonder dat er heldere afspraken hierover zijn gemaakt. Het gevolg hiervan is dat iedereen alleen nog maar aan het rennen en het vliegen is, over de eigen grenzen heen gaat en niet meer de tijd voor elkaar neemt om naar elkaar te luisteren.
Toen we dit binnen het MT bespraken viel het kwartje! Ohhh…. we zijn hard gaan rennen zonder na te denken of het nog klopt wat we aan het doen zijn. Er ontstond verzachting en begrip voor elkaar. En Jan sprak zijn opluchting uit dat het niet aan de samenwerking lag. Samen met hen zijn we gaan onderzoeken hoe het wel voor hen klopt, welke afspraken nodig zijn en hoe ze beter hun grenzen kunnen bewaken (zonder rigide te worden) om hun werkdruk te verlagen. En te voorkomen dat het weer gebeurt.